1 juli 2020

Autoverlichting: het gebruik ervan en wat bent u verplicht?

Blog

De verlichting van een auto is erg belangrijk en het is dus ook goed om te weten wanneer u welke verlichting ingeschakeld moet hebben. In het donker moet u altijd uw autoverlichting gebruiken, maar ook overdag kan dit nodig zijn, bijvoorbeeld bij slecht weer. In dit artikel nemen wij u mee langs alle soorten autoverlichting.

Autoverlichting

Day running lights (DRL)

Auto’s die na januari 2011 zijn geproduceerd moeten verplicht uitgerust zijn met dagrijverlichting (DRL). Dagrijlichten maken de auto overdag beter zichtbaar en dat is prettig voor mede weggebruikers. Dagrijverlichting staat aan zodra de motor van de auto loopt. Zet u de reguliere verlichting aan, dan zal de dagrijverlichting automatisch uitgeschakeld worden.

Dimlicht

Dimlicht moet u standaard voeren wanneer het donker is of als het zicht overdag wordt belemmerd door mist, regen, hagel of sneeuw. Wanneer het dimlicht wordt inschakeld gaan niet alleen de koplampen aan, ook de achterlichten en de kentekenplaatverlichting gaan branden. 

Stadslicht

Ook wel bekend als parkeerlicht. Dit type verlichting is namelijk bedoeld om een geparkeerd voertuig zichtbaar te maken. Bij het activeren van het stadslicht gaan de achterlichten, de kentekenplaatverlichting en twee kleine lampjes aan de voorkant branden. Hierdoor is de auto wel zichtbaar maar wordt het weggedeelte vóór de auto niet verlicht. Op het moment dat u verplicht bent te rijden met verlichting (in het donker of bij slecht weer), is uitsluitend stadslicht niet voldoende.

Grootlicht

Het grootlicht zorgt ervoor dat de weg voor de auto maximaal verlicht wordt. Grootlicht mag in het donker gebruikt worden als u geen tegenliggers tegenkomt en/óf als u niet achter een ander voertuig rijdt. Dit type licht is namelijk verblindend. Grootlicht mag gebruikt worden binnen en buiten de bebouwde kom. 

Mistlicht

Mistlichten zorgen voor een fel licht en mogen daarom niet zomaar gebruikt worden omdat u hier andere weggebruikers mee kunt hinderen. Mistlichten aan de voorkant mogen gebruikt worden als mist, sneeuwval of regen het zicht belemmerd. Mistlichten aan de achterkant mogen alleen gebruikt worden als sneeuwval of mist het zicht dusdanig beperkt waardoor u minder dan 50 meter zicht heeft. Bij zware regen is het gebruik van het mistachterlicht niet toegestaan. Let op: als de mistlichten branden, hoeven de dimlichten niet aan.

Achterlichten

De achterlichten moeten altijd samen branden met groot licht, dimlicht, stadslicht of mistlicht.

Kentekenplaatverlichting

Deze verlichting zorgt ervoor dat de kentekenplaat altijd verlicht en dus goed zichtbaar is. Deze verlichting brandt altijd tegelijk met groot licht, dimlicht, stadslicht of het mistlicht.

Elk type autoverlichting wordt in de auto aangeduid met een symbool. Ontdek in dit artikel welke waarschuwingssymbolen een auto allemaal heeft.

Wat als u autoverlichting verkeerd gebruikt?

Als uw auto voorzien is van "verkeerde" verlichting dan kan dit reden zijn om de auto af te keuren bij de APK. Daarnaast kunt u voor het verkeerd gebruik van autoverlichting een boete krijgen. Controleer dus regelmatig, bijvoorbeeld 1x per maand, de verlichting van uw auto om afkeur of een boete te voorkomen. 

Deel dit artikel via

Doorzoek de website van A.A.S. Schadeherstel